Water, lucht en zon zijn ideale bronnen om je eigen energie uit te halen. Logisch dat steeds meer waterbewoners van het gas af gaan. Maar wat komt daar allemaal bij kijken? Wat zijn de mogelijkheden? En hoeveel kost het eigenlijk? VLOT vraagt het waterbewoners die de stap al waagden.

Tekst & foto’s Aukje van Bezeij

Ze liggen er, de eerste boten van Schoonschip, in het Van Hasseltkanaal in Amsterdam Noord. Ruim 10 jaar geleden maakten de toekomstige bewoners hun eerste plannen. Als het goed is vaart in het voorjaar de hele vloot binnen: 30 woonboten voor 46 huishoudens en meer dan 100 bewoners, een mix van jong en oud. Het is het meest duurzame drijvende dorp van Europa. En voor ons is het, nu al, een bron van inspiratie voor duurzaam wonen en leven op het water.

Een ark die een paar weken geleden al aanmeerde is die van Matthijs Bourdrez. Tijdens de krokusvakantie moet zijn gezin verhuizen. Ze zullen de eerste Schoonschippers zijn die er dan écht wonen. Maar gaat dat lukken? Buiten en binnen is alles modderig en nat – buiten van de regen, binnen van de net aangebrachte leemstuc op de wanden. De vanmorgen onverwachts geleverde keuken staat vreselijk in de weg. Toch staan de stukadoors fluitend op de steigers, en vertelt Matthijs ontspannen over de naderende ontknoping van een project waar ook hij al meer dan zes jaar mee bezig is.

egen-energie3

Een huis dat je kunt eten

Een huis van natuurlijke materialen, dat was de droom: geen giftige stoffen, geen plastic. Architect Arjen Aarnoudse van buro TWWB leverde het ontwerp en zocht met Matthijs mee naar duurzame bouwmaterialen.

De waterwoning heeft bijvoorbeeld een houtskeletbouw en een houten gevel, en in plaats van de standaard multiplexplaten, ‘met gore lijmen’, gebruikten ze ESB-spaanplaat, zonder het giftige formaldehyde. Ook de isolatie is vrij van troep: daarvoor gebruikten ze zachte en harde houtvezelplaten. Fijn materiaal om mee te werken: je kunt er heel eenvoudig al je leidingen mee kwijt. ‘Je kunt het zagen of opeten,’ lacht Matthijs. ‘En de leemstuc kan er zo op. Daarvoor kozen we een basiskleur die we niet meer hoeven te latexen. Nu is het een ademende gevel: vocht kan erin en eruit.’

eigen-energie6

Maar wel een betonnen bak

Een eetbaar hans-en-grietjehuis is het niet helemáál geworden. De bak is gewoon van beton. Dat is jammer, vindt Matthijs, want vooral staal en beton zorgen voor de grote footprint in de bouw. Van beton maak je ook niets anders meer. ‘Je kunt het hooguit in stukjes verbrokkelen, om er straten van te maken.’

Er zijn wel alternatieven, zoals gerecyclede kunststoffen, maar geen cascobouwer wil daar al aan. Bovendien heb je onder in je casco gewicht nodig. Dus: beton. Omdat er vaak plastic en bindmiddelen in zitten, had Matthijs graag meegedacht over de samenstelling van zíjn beton, maar daar viel niet over te onderhandelen. ‘Ons beton is ons beton, en als je dat niet wil, ga je lekker ergens anders heen,’ kreeg hij te horen. Matthijs: ‘Ze hebben het druk, en voor jou zijn er tien anderen. Dus we kozen toch maar dát beton.’ Waarna hij eraan toevoegt: ‘De bak gaat nu wel honderd jaar mee. Dat is ook een vorm van duurzaamheid.’

Energie uit poep

Op de betonnen casco’s na barst het van de innovatie bij Schoonschip. Een voorbeeld zijn de vacuümtoiletten, die zijn aangesloten op een apart riool. Op datzelfde riool zijn ook grinders aangesloten: vermaalapparaten die onder je wasbak hangen. Groente- en fruitafval, maar bijvoorbeeld ook botjes en graten, kan Matthijs straks zo door de grootsteen spoelen. De grinder filtert ze eruit en vermaalt ze tot pulp. In Amerika zijn grinders heel gewoon, in Nederland zijn ze verboden. Maar poep en gft zijn een goede mix. Voor een pilot, waar Schoonschip en nog een aantal woningen in de Buiksloterham aan meedoen, is daarom een uitzondering gemaakt.

Waternet is samen met Schoonschip initiatiefnemer van het proefproject. Het waterbedrijf zuivert het water en haalt er waardevolle stoffen als fosfaat uit. Van de rest wordt biogas gemaakt. De hele installatie draait op de energie uit dat biogas. Op termijn onderzoekt Waternet hoe dat biogas in woningen kan worden gebruikt.

eigen-energie5 eigen-energie4

Dertig woonboten, één aansluiting

Er zijn nog meer regels aangepast voor Schoonschip. Over de woonboten verspreid liggen vijfhonderd zonnepanelen. In Nederland mogen we de energie die we op ons eigen dak opwekken niet zomaar aan de buren doorgeven, maar Schoonschippers mogen dat straks wel. Ze hebben namelijk met z’n allen maar één aansluiting, en een speciaal ontworpen smart grid zorgt ervoor dat ze hun gezamenlijk opgewekte stroom optimaal kunnen benutten. Het systeem houdt bij wie wat opwekt of gebruikt en kan dat onderling verrekenen.

Schietgat voor vieze voetbalkleren

Ondanks de houtskeletbouw kwam er ook nog wat staal in de constructie, in verband met een split level. ‘Twee gewone verdiepingen erop was makkelijker geweest, maar nu hebben we twee keer zoveel zichtlijnen,’ zegt Matthijs. En dat is ook wat waard. Er zijn wel meer dingen die eenvoudiger en goedkoper hadden gekund, zoals de loggia. Die wordt net als het dak en het dakterras groen, met veel planten. Matthijs en zijn gezin kijken er straks echter van alle kanten op uit, dus het is een mooie en begrijpelijke investering. In dezelfde categorie: een schietgat voor de vieze voetbalkleren van de jongens.

eigen-energie1

Als brood van de biobakker

‘Dat duurzaam bouwen beter is voor het milieu? Dat interesseert nu maar weinig mensen,’ zegt Matthijs. Maar als je de materialen kent, als je ze ziet en voelt, dan denk je: dat wíl ik toch. Je kunt alleen niet tegen een ander zeggen: ‘Dat moet jij ook willen.’ Daarom wil Matthijs samen met Arjen een plek maken waar je technieken en materialen kunt beleven en meemaken. ‘Als het want to haves zijn, dan maakt het niet meer uit dat het wat duurder is. Het is net zoiets als lekkerder eten – als een brood van de biobakker. Dat moet je proeven.’

LEKKER EN TOCH ZUINIG DOUCHEN MET DE UPFALL

Een aantal Schoonschip-bewoners koos voor de upfall-douche. Wie onder een gewone douche staat, gebruikt zo’n twintig liter water per minuut, en dat water loopt meteen het riool in. ‘Zonde, want zo vies is het meestal niet, en we gooien ook de warmte ermee weg,’ zegt acteur Waldemar Torenstra, die vanaf april ook in Schoonschip woont. ‘De upfall-douche doet iets anders: die filtert het water, warmt het iets bij en gebruikt het dan gewoon nóg een keer.’ Een mooie mix van comfort en de wereld mooier maken. Met een verstuiver kun je weliswaar ook douchewater besparen, maar, zegt Waldemar: ‘Ik ben zelf wel erg gehecht aan het gevoel van een volle druppel op mijn huid.’