-TER PLEKKE –

Ik ga koffiedrinken in de woonschepenhaven van Lemmer. Ik heb afgesproken met woonbootbewoner Wim Kolle, maar doe eerst een rondje haven. Hier wonen ze: de bofkonten van Lemmer. Op tien arken en drie stalen schepen in alle soorten, kleuren en maten. Ook ligt er nog een woonboot net buiten de haven, van de voormalige brugwachter.

In de haven raak ik aan de praat met Gerard Pabbruwee. Hij en zijn vrouw wonen op de eerste ark bij de wateringang van de haven. ‘Zelf gebouwd,’ vertelt hij trots. ‘Net als onze vorige boot, een schokker. Maar die was met kinderen te klein en slecht geïsoleerd.’ Voor de ark gebruikte hij drie betonnen bakken die ooit bedoeld waren voor ondergrondse tanks bij benzinestations. Hij koppelde de casco’s aan elkaar en plaatste de opbouw erop. De schuifpui op de kopse kant geeft uitzicht op al het verkeer dat langsvaart over de Sylroede, die leidt naar de Lemstersluis.

LEMMERBOOT

De Lemstersluis werd in 1888 gebouwd als schutsluis. De restanten van de oude sluis zijn in de walmuren nog te zien. Vóór die tijd was het hier een open haven naar de Zuiderzee, die na de aanleg van de Afsluitdijk het IJsselmeer ging heten. Lemmer was na Harlingen de belangrijkste havenplaats, met een grote vissersvloot en visverwerkende bedrijven aan de kade.

In deze haven lagen vroeger de vracht- en beurtschepen die naar Amsterdam en andere plaatsen voeren. Een van de bekendste schepen was de Jan Nieveen, de ‘Lemmerboot’, die bijna dagelijks passagiers en handelswaren naar de hoofdstad bracht. Het schip was zó ontworpen dat het met volle lading de haven kon bereiken, afgestemd op de drempelhoogte van de Lemstersluis.

Tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 reisden Amsterdammers met deze boot naar Friesland voor voedsel. Na de oorlog werd de lijn hervat, maar met de opkomst van de auto en snellere treinen stopte de dienst in 1959.

HISTORIE

Het dorp Lemmer wordt al in de dertiende eeuw genoemd – toen had men het nog over ‘Lenna’. Door de ligging aan de voormalige Zuiderzee groeide het dorp al snel uit tot een belangrijke handelspost. Rond 1800 werden er veel goederen uit het achterland, zoals turf en andere grondstoffen, verhandeld naar onder meer Amsterdam.

Later werd Lemmer een van de belangrijkste vissersdorpen van Nederland. Veel Lemsters waren visser of werkten in aanverwante bedrijven, zoals de handel, de rokerijen en zouterijen, de nettenboeterij, de blok- en mastenmakerij, de zeilmakerij en de scheepsbouw. Vanuit Lemmer visten meer dan honderd schepen op de toenmalige Zuiderzee. Met de komst van de Afsluitdijk kwam hier een einde aan.

POPULAIRE WATERSPORTPLAATS

Dankzij de gunstige locatie aan zowel het IJsselmeer als de Friese Meren is Lemmer vandaag de dag een van de populairste watersportplaatsen van Friesland. Het historische centrum, met zijn monumentale gevels en levendige kades, trekt jaarlijks veel bezoekers. Net buiten de haven ligt het Lemster strand, een geliefde plek voor zwemmers en zonaanbidders. De ‘fiskershaven’ van Lemmer, met oude en nieuwe vissersschepen. Vooral de Lemster aak bepaalt het aangezicht van de haven.

VRIEND

Ik loop door naar de tjalk van Wim. ‘Joehoe, hier moet je zijn!’ klinkt het vrolijk vanaf het schip. Aan tafel zit Wim (bijna 80) samen met zijn dochters Monique en Miriam, die speciaal zijn gekomen voor dit bezoek. ‘We wilden wel even checken wie pap nou interviewt,’ lachen ze. Wim is al langere tijd Vriend van VLOT. ‘Dat vroeg pap voor z’n verjaardag, vriendschap met VLOT.’ Met vrienden smaakt de koffie altijd beter.

‘Ik woon al 54 jaar op dit schip,’ zegt Wim. ‘Ik ben hier als jongste gekomen en nu ben ik de oudste.’ Hij is de enige bij wie de stroomdraad nog buiten aan de paal zit en bovenlangs de ark binnenkomt. ‘Ik heb twee stoppen in de kast. Daar draait alles op.’ Het past bij het karakter en de eenvoud van zijn schip: geen overbodige luxe, maar alles oerdegelijk en functioneel. ‘Ik ga hier alleen weg als ik tussen zes planken lig.’ Hij zegt het met een knipoog, maar ik voel zijn trots.

OP DE BROMMER

Begin jaren 70 gingen Wim en zijn vrouw Gerjo samen op zoek naar een woning – Wim vanuit zijn ouderlijk huis in Aalsmeer, Gerjo vanuit Alphen aan den Rijn. In Aalsmeer werden woningen schaars door de bouwstop in verband met uitbreidingen van Schiphol. ‘We kenden mensen die in Lemmer woonden, dus stapten samen op de brommer hiernaartoe om werk en woonruimte te zoeken.’

Wim vond werk als timmerman bij Jachtwerf Tjeukemeer in Echtenerbrug. Eerst zat hij een half jaar in de kost. ‘Dat was best pittig. Er werkten wel jongens van mijn leeftijd, maar ik had nog nooit een woord Fries gehoord.’

Van hun spaargeld kochten ze uiteindelijk een woonboot: deze tjalk, rond 1890 als zeilend vrachtschip voor de binnenwateren gebouwd op een Groningse werf. Het schip lag achter de melkfabriek in Delfstrahuizen, waar ze bijna vier jaar woonden aan het Kettingpad. Toen de tjalk daar weg moest, verhuisden ze ’m naar Lemmer, omdat daar een plekje vrij was in de haven.

SCHEEPSTIMMERMAN

Als scheepstimmerman pur sang heeft Wim de hele boot verbouwd. ‘Toen ik met de hogedrukspuit dwars door de bodem spoot, moest er een nieuw vlak onder. Mijn baas op de jachtwerf regelde met de hellingbaas dat ik veertien dagen op de helling mocht liggen. Met vrienden en collega’s van de helling hebben we het vlak vernieuwd en het hele schip gedubbeld. Iedereen hielp mee, ook de jongens die alleen maar een bezem konden vasthouden. Het staal kreeg ik voor inkoopsprijs en de baas schoot het geld voor, want zoveel hadden we niet. Dat was echt fantastisch.’ Hij laat foto’s zien van recreatieschepen die hij intimmerde. Ook hier aan boord is het vakmanschap overal zichtbaar. Bed, kasten, afwerking: allemaal eigenhandig gemaakt.

BUURTSCHAP?

Op de vraag of bewoners de haven als een buurtschap zien, schudt Wim zijn hoofd. ‘Nee hoor, we zeggen altijd gewoon “bij ons in de haven”. We hebben een appgroep, maar verder gaat iedereen z’n eigen gang.’ Toch blijkt er veel saamhorigheid. ‘Toen buren tussen kerst en oud en nieuw waterdruppels hoorden, bleek dat geen regen te zijn, maar een vollopend ruim. Iedereen kwam helpen pompen. Als mensen in nood zijn in de haven, zijn we er voor elkaar.’ Inmiddels is het schip vervangen door een ark.

Ook bij onderhoud is de haven een team. ‘Als ik naar de werf ga voor onderhoud en keuring van het schip, helpt iedereen even om de boot uit de haven te krijgen.’

CHOCOLADEMELK

Wim en Gerjo woonden hier decennialang. Vijf jaar geleden werd ze ziek. Wim deed de nodige aanpassingen aan het schip en verzorgde haar. Tot ze begin dit jaar overleed. Zijn dochters halen warme herinneringen op: ‘Schaatsen in de haven, chocolademelk door het raam van de boot… dat soort dingen blijven levend in je hart.’ Ook Wim blikt liefdevol terug. ‘Toen we afscheid moesten nemen, zei ze: “Ik heb een heel mooi leven gehad. Als ik het over moest doen, nam ik jou weer, en leefden we ditzelfde leven opnieuw.”

EIGEN WERELDJE

Als ik vertrek, zwaaien de dochters me vanaf de tjalk uit. In het gangboord van een naburige ark staan aan stuurboord prachtige kikkerbeelden en aan bakboord een rij slapende eenden. De overbuurman blijkt binnenvaartschipper en de buurvrouw daarnaast vertelt over haar uit de hand gelopen mozaïekhobby – in de tuin glinsteren de steentjes in de zon – en zo heeft elke woonboot wel iets.

Lemmer. Een plaats met een rijke geschiedenis en een levendig heden. De woonboten hier vormen een eigen, maar wel een open wereldje. Eén ding is duidelijk: ook dit is een plek met prachtige verhalen. En precies dit soort verhalen hark ik voor VLOT met liefde bij elkaar.

 

TERUG NAAR NIEUWSOVERZICHT