Marianne Zwagerman schrijft voor ieder nummer van VLOT een column over haar leven als waterbewoner. Dit keer over het (niet) hebben van een noodplan.

Tekst Marianne Zwagerman

Oké, ik geef eerlijk toe dat het gewoon een drijvende caravan is. Zo’n betonnen bak met een houten huisje erop. Als het op wielen stond zouden we het een woonwagen noemen. ‘Woonarkbewoner’ klinkt heel anders dan ‘woonwagenbewoner’. Toch draai ik er altijd een beetje omheen. ‘Ik woon op een boot,’ zeg ik dan. Ik hou de illusie in stand dat ik ermee weg zou kunnen varen als ik wil. Want er is iets helemaal misgegaan in mijn leven. Ik zou zeilen rond Zuid-Amerika, misschien wel voor altijd. Kajakken tussen de orka’s en naar de pinguïns kijken op de Zuidpool. En dat terwijl ik de eerste veertig jaar van mijn leven een hekel had aan zeilen. Ik vond het maar een gedoe, al die touwen en dat gehijs voordat je eindelijk eens op het water bent. Tot ik verliefd werd op een man-met-zeilboot. Liefde verandert alles.

De liefde voor de man bleek vluchtig, de liefde voor het zeilen niet. Ik stapte in de Cariben aan boord bij Tom, een levensgevaarlijke kapitein in alle opzichten: veel te knap, vrolijk, roekeloos en onverschrokken. Een man bij wie je in de buurt wilt blijven als je van avontuur houdt. Tijdens een overtocht die een paar dagen duurde kwamen we in zwaar weer terecht. Oppassende zeilers zien dat aankomen en bereiden zich voor. Tom was van een ander slag. Ergens onderweg dreigde het brandstoftankje van het rubberbootje dat aan een touwtje achter de zeilboot aan hupste van boord te stuiteren. Tom wilde zonder zwemvest of lifeline bij windkracht zeven in de slagregen van boord springen in zijn dinghy om de tank vast te zetten. En ineens drong tot me door dat ik geen noodplan had. Als hij overboord sloeg, kon ik niets. Ik wist niet hoe ik hem zou moe-ten redden. Ik zou die boot nooit veilig aan de kant krijgen. Ik was verloren!

Misschien ben ik toch te oppassend voor een avontuurlijk leven op een zeilboot aan de andere kant van de evenaar. En dan eindig je in een drijvende caravan op een plas in de Vechtstreek. Hoe veilig kun je het hebben? Tot die storm opstak die doorpakte tot windkracht elf. Er brak een ketting. De achterkant van mijn ark had vrij spel en zwierde alle kanten op. Mijn terras beukte tegen de steiger, steeds harder. Ik hoorde gekraak. Er brak een paal. En ineens drong tot me door dat ik geen noodplan had. Wat moest ik doen? Aan boord blijven en machteloos toekijken terwijl mijn ark los zou breken en aan de zwerf ging over de plas? Of op de steiger stappen, met het risico eraf geblazen te worden en net zo goed machteloos te moeten toekijken hoe mijn boot, mijn huis, wegdrijft? Alles wat ik op deze aarde bezit, behalve mijn paard en mijn auto, zit in dat houten doosje op die betonnen bak.

Gelukkig ging de storm net liggen toen ik zag dat de belangrijkste meerpaal gevaarlijk schuin stond. Misschien moet ik toch eens een noodplan gaan maken. Zelfs op deze suffe plas. In mijn suffe bootje.

Marianne Zwagerman is schrijver, columnist, spreker, dagvoorzitter én waterbewoner.